Elisabeth, kortweg Sisi, keizerin van Oostenrijk, staat door een remake van de films uit de jaren ’50, weer volop in de belangstelling. Ze werd in 1837 geboren in Beieren en verhuisde na haar huwelijk met Franz Joseph naar Wenen. Moritz von Schwind legde, al veel eerder, de omgekeerde route af. Toch is het interessant om eens te kijken of zij elkaar ooit ontmoet hebben.
Niederpöcking is een dorp aan de westkant van de Starnberger See in Beieren, ten zuidwesten van München. In 1860 is schilder Moritz von Schwind er met zijn gezin in Landhaus Tanneck gaan wonen, nadat hij een aantal maanden eerder zijn huis in München verkocht had. Wat precies de reden is geweest om de stad, waar hij zo’n vijftien gewerkt heeft en een aanstelling op de Akademie had, te verlaten, is niet goed te achterhalen. Waarschijnlijk hebben Schwinds eigen gezondheid en die van zijn vrouw een rol gespeeld en trok de frisse berglucht. Schwind heeft tot zijn dood in 1871 in Tanneck gewoond. Het heeft er alle schijn van dat Tanneck niet meer bestaat. Maar we weten wel hoe het eruit heeft gezien. Er is een pentekening bewaard gebleven die Schwind van het huis maakte en op een onvoltooid schilderij heeft de schilder zijn gezin (inclusief schoonzoon) afgebeeld, met op de achtergrond het chalet-achtige huis.
Possenhofen
Waarom is deze informatie relevant? Omdat hertog Maximilian Joseph en Ludovika Wilhelmine, prinses van Beieren, de ouders van Sisi, woonden in München en in Schloss Possenhofen een buiten hadden. En Possenhofen ligt aan de Starnberger See, op anderhalve kilometer van Niederpöcking. Haar jeugd bracht Sisi grotendeels door in het slot, maar het is de vraag of ze er na haar huwelijk in 1853 en haar verhuizing naar Wenen nog vaak geweest is. Helemaal uit te sluiten valt het niet. Of er in de Beierse hoofdstad of later aan de oevers van het meer ooit tot een toevallige ontmoeting is gekomen tussen Schwind en Sisi, daarvoor ontbreken concrete aanwijzingen.
Franz Joseph
In zijn brieven vinden we geen woord van Schwind over de jonge keizerin, die 34 was toen de schilder overleed. Daar kan een simpele verklaring voor zijn. Misschien was Sisi in haar tijd minder beroemd dan nu. Er waren geen drie films over haar gemaakt die meer dan zestig jaar na dato nog geregeld vertoond worden. En het is maar de vraag in hoeverre zaken, die nu duiden op haar politieke invloed, destijds aan een groot publiek gemeld werden. Wel schrijft Schwind in een brief van 27 februari 1853 aan Franz von Schober over keizer Franz Joseph. “Übrigens ist all das Zeug des Schreibens nicht wert, wenn ich nach Wien denke und die an dem jungen Kaiser begangene Niederträchtigkeit. Ich war in einer Wut ohnegleichen und habe keine Ruhe, bis er ganz gesund ist. Gott sei Dank, scheint keine Gefahr mehr. Wehe meinen Wein, wenn der Kaiser das erstemal ausgeht, was an Östreichern da ist, muß trinken, daß es eine Art hat.” Schwind noemt de moordaanslag op de keizer verachtelijk, zegt er woedend over te zijn geweest als nooit eerder en verwacht dat de Oostenrijkers de wijn bijzonder rijkelijk zullen laten vloeien als de keizer, geheel hersteld, voor het eerst weer in het openbaar zal verschijnen.
Helene von Orleans
Een andere verklaring zou kunnen zijn dat Schwind zelf onvoldoende aanzien zou hebben gehad om ook maar in de buurt van de keizerin te kunnen komen. Maar er is – of beter gezegd was – een schilderij dat erop wijst dat Schwind zich wel degelijk in koninklijke kringen heeft bewogen en zich zelfs zekere vrijheden heeft kunnen veroorloven.
In 1814 werd Helene Luise Elisabeth, hertogin van Mecklenburg-Schwerin geboren. Zij trouwde in 1837 in het paleis van Fontainebleau met Ferdinand Philippe d’Orleans, oudste zoon van de Franse koning Louis Philippe en dus de eerste in lijn om zelf koning te worden. Alleen overleefde haar echtgenoot in 1842 een ongeluk met een koets niet, dus hij werd nooit koning en zij geen koningin. Na het ongeluk ontstond er een machtsstrijd waarbij Helene de troon probeerde veilig te stellen voor haar zoon Louis Philippe Albert. Maar die was pas vier jaar oud en dus was deze poging kansloos. Helene vluchtte uit Frankrijk en vestigde zich in Eisenach. Daar zette zij zich in voor allerlei vormen van liefdadigheid, wat haar mateloos populair maakte.
Wartburg
Op de nabijgelegen Wartburg, bekend omdat Martin Luther daar gevangen had gezeten en het Nieuwe Testament er in het Duits vertaalde, begon Schwind in 1854 met het schilderen van een aantal fresco’s. Een grote voorstelling was gewijd aan de legendarische Sängerkrieg, maar Schwind schilderde ook een cyclus rond de werken van barmhartigheid door de Heilige Elisabeth. In de Landgrafensaal schilderde hij diverse scènes gewijd aan de bouw van de burcht in de elfde eeuw door graaf Ludwig von Schauenberg. Deze graaf, bijgenaamd Ludwig der Springer, zou tijdens de jacht hebben uitgeroepen: “Wart’, Berg, du sollst mir eine Burg tragen!” In Schwinds voorstelling zien we Ludwig de plek aanwijzen. Later figureerde dit detail in een schilderij waarin we hertogin Helene von Orleans zien, terwijl ze een bloemetje schildert op het fresco. Het is zo’n typische voorstelling uit Schwinds Reisebilder, waarbij we ons moeten afvragen of het historisch verantwoord is of volledig ontsproten aan zijn fantasie. Helaas is het schilderij tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest en bestaan er alleen nog zwart-wit afbeeldingen van.
Leopoldsorde
Nu kun je zeggen dat Helene en Sisi van verschillende generaties zijn en van verschillende rang of status. En dat het schilderen van de een niets zegt over een kennismaking met de ander. Helemaal waar. Maar het duidt erop dat hij toegang had tot hoge adellijke kringen. En er is nog iets. Schwind kreeg later in zijn leven opnieuw een prestigieuze opdracht. In de loggia van de Staatsoper in Wenen beschilderde hij een aantal lunetten met scènes uit beroemde opera’s en andere stukken van Oostenrijkse componisten. Zo is hier Die Schöpfung van Joseph Haydn te zien, scènes uit Fidelio van Ludwig van Beethoven, scènes uit Die Zauberflöte van Wolfgang Amadeus Mozart en Der Erlkönig van Schwinds vriend Franz Schubert.
Voor dit werk werd Schwind door keizer Franz Joseph onderscheiden met de Leopoldsorde. In een brief aan Eduard Mörike, gedateerd 11 juni 1869, Nieder-Pöcking, bei Starnberg, schrijft Schwind erover. “Ein so poetisches Stück Architektur wie die Stiege, Foyer und Loggia steht, glaube, auf der ganzen Welt nicht wieder. Der Kaiser, den ich in einem zu leihen genommenen Frack meine Aufwartungmachte, um mich für den Leopoldsorden zu bedanken, war außerordentlich freundlich.” Schwind heeft dus van keizer Franz Joseph een ridderorde ontvangen en hem bij die gelegenheid ontmoet. Alleen is de kans groot dat op dat moment, 1869, het huwelijk met Sisi al danig bekoeld was en dat de keizerin niet bij de ceremonie aanwezig is geweest. Anders zou Schwind er in een van zijn brieven zeker een opmerking over hebben gemaakt.
Geef een reactie