Graf Litho werd hij genoemd. Franz Hanfstaengl maakte razendsnel naam als lithograaf. Later breidde hij zijn werkzaamheden uit door als fotograaf aan de slag te gaan. In beide hoedanigheden kruiste zijn pad geregeld dat van Moritz von Schwind.
Franz Hanfstaengl werd, net als Moritz von Schwind, geboren in 1804. Anders dan Schwind, wiens vader een hoge ambtenaar was, lagen Hanfstaengls roots in een boerenfamilie. Maar op de dorpsschool waar hij naartoe ging viel zijn tekentalent op en met een aanbeveling van de leraar kon de jonge Hanfstaengl als twaalfjarige naar de Feiertagsschule van Hermann Josef Mitterer in München. Al op zijn vijftiende vervolgde hij zijn opleiding aan de Königlichen Akademie der Bildenden Künste, die hij in 1825 als lithograaf verliet. In de acht jaar daarna werkte hij hard aan een portrettenverzameling van belangrijke Beierse personen. In 1833 richtte hij zijn eigen lithografische bedrijf op, waar hij in 1853 een kunstdrukkerij aan toevoegde, waarmee hij in 1864 verhuisde naar de gerenommeerde Maximilianstrasse in München. Via fotograaf Alois Löcherer leerde Hanfstaengl om te gaan met een camera en in 1852 opende hij samen met zijn zwager Moritz Eduard Lotze een artistiek-fotografisch atelier. Ook als fotograaf was Hanfstaengl zeer succesvol. Hij werd hoffotograaf en portretteerde onder andere koning Ludwig II van Beieren, staatsman Otto von Bismarck en keizerin Elisabeth (Sissi) van Oostenrijk. Ook de fotoportretten die Hanfstaengl van componisten Franz Liszt, Richard Wagner en Klara Schumann maakte, werden wereldberoemd.
Familiebedrijf
Waar Franz Hanfstaengl de basis legde voor een succesvolle onderneming, was het zijn zoon Edgar die het bedrijf uitbouwde. In 1882 trouwde hij met Katharina Wilhelmina Heine. Anders dan haar naam doet vermoeden was zij niet Duits, maar had zij de Amerikaanse nationaliteit. Haar vader was in 1848 vanwege de revolutie Duitsland ontvlucht en getrouwd met de dochter van de Amerikaanse generaal John Sedgwick. De Amerikaanse connectie bood Edgar Hanfstaengl ongekende mogelijkheden om overzees uit te breiden. Zo nam hij de zaak van uitgever van fotografie George Kirchner & Co, op 33 West 23rd Street in Manhattan over. Hier, bij de opening van het Franz Hanfstaengl Fine Art Publishing House, organiseerde Edgar Hanfstaengl in 1892 een expositie van Münchener kunstenaars. Het is dus niet uitgesloten dat er hier werk van Moritz von Schwind tentoongesteld is. De plek, tussen 5th en 6th Avenue, bleek zeer succesvol, in een buurt waar tal van rijke ondernemers woonden.
Edgar Hanfstaengl en Katharina Hanfstaengl Heine kregen vijf kinderen. Hun zoon Edgar kreeg de leiding over het bedrijf en was in 1918 een van de oprichters van de Deutsche Demokratische Partei, die een links-liberale koers voorstond. Ernst Hanfstaengl maakte een heel andere keuze. Hij studeerde kunst in Wenen, Florence en Rome en gaf vanaf 1918 kortstondig leiding aan het filiaal in New York, waar hij Henry Ford, Arturo Toscanini en Charley Chaplin tot zijn klanten kon rekenen. Maar vanwege zijn Duitse afkomst beschouwden de Amerikaanse autoriteiten de kunsthandel als “vijandelijke bezit”. De zaak werd onteigend en Ernst Hanfstaengl moest gedwongen terugkeren naar Duitsland. Hier in München hoorde hij in 1922 Adolf Hitler spreken en hij raakte dermate onder de indruk dat hij zich bij de NSDAP aansloot, de partij die hij in de volgende jaren geregeld financierde. Uiteindelijk schopte hij het tijdens de nazitijd tot woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Een dispuut met Goebbels leidde in 1933 tot Ernst Hanfstaengls ontslag en omdat hij vreesde voor zijn leven, vluchtte hij naar Zwitsreland.
Het door Franz Hanfstaengl opgerichte familiebedrijf zou tot 1980 blijven bestaan, toen het door een andere uitgeverij werd overgenomen. In de Verenigde Staten bestaat nog altijd een link tussen de universiteit van Harvard en het uitgeverijbedrijf.
Litho- en fotografie
Op 27 april 1850 schrijft Moritz von Schwind een brief aan zijn vriend Bernhard Schädel. Hij maakt melding van het plan om Die Symphonie door Franz Hanfstaengl als lithografie uit te geven. Het ontwerp had hij ruim een jaar eerder gemaakt, maar als schilderij zou het nog twee jaar op zich laten wachten. In mijn literatuur over Schwind vind ik vooralsnog nauwelijks voorbeelden van ander werk dat door Hanfstaengl via lithografie is vermenigvuldigd. Weigmann vermeldt dat Hanfstaengl Schwinds Aschenbrödel als fotogravure heeft uitgegeven.
Wat ik wel geregeld tegenkom zijn twee portretfoto’s van Schwind die Hanfstaengl gemaakt heeft. In de meest gangbare zien we de schilder frontaal, maar wegkijkend van de toeschouwer. Hij draagt een double-breasted jas, waar hij als een soort Napoleon zijn rechter hand tussen twee knopen insteekt. Op de andere foto zien we Schwind en profil. Hij draagt een andere jas, niet met twee rijen knopen, maar met één en bovendien glimmen de knopen niet, ze lijken eerder afgewerkt met stof. Over zijn schouder heeft hij een cape met een flink boord. De cape hangt wat open zodat we wat voering zien, waardoor de pose wat minder streng wordt. Of de foto’s tijdens dezelfde sessie gemaakt zijn, valt niet te achterhalen. Schwind kon nogal nukkig zijn en of hij zat te wachten op zoveel gekkigheid, is zeer de vraag. Ook is niet helemaal duidelijk van wanneer de foto’s precies dateren. Ik zou denken ergens rond 1860 of een paar jaar later. Maar dat Schwind en Hanfstaengl elkaar gekend en ook ontmoet hebben, staat wel vast.
Er zijn nog twee andere portetfoto’s van Moritz von Schwind. Bij een ervan zit hij voor zijn ezel met daarop een prent uit Die sieben Raben, op de aander heeft hij weer zijn Napoleon-pose aangenomen en staat hij voor een lege ezel. Het gordijn en de vloertegels doen vermoeden dat het hier ook één sessie betreft. Het is niet waarschijnlijk dat alle vier de foto’s stammen uit één sessie. Daarvoor verschilt de lengte van Schwinds haar (zie foto’s rechtsboven en linksonder) te veel. Ik heb nergens aanwijzingen kunnen vinden dat Franz Hanfstaengl ook van deze twee foto’s de maker is.
Negatief beeld
Waar het de litho- en fotografie-uitgeverij van de familie Hanfstaengl zeer succesvol is geweest en misschien ook wel heeft bijgedragen aan de populariteit van Moritz von Schwind, is het beeld van het bedrijf niet altijd positief geweest. In 1902 schreef Thomas Mann de novelle Gladius Dei. We maken kennis met Hieronymus, een wat duistere figuur met een grote haakneus en een capuchon over zijn hoofd, onmiskenbaar gemodelleerd naar Girolamo Savonarola en zijn portret dat gemaakt werd door Fra Bartolomeo. De Dominicaner monnik Savonarola ging in Florence als een ware gesel gods (= gladius dei) tekeer tegen alle decadentie en franje in de stad. Hieronymus betreedt op de Odeonsplatz de Kunsthandlung Blütenzweig. Hier gaat hij tekeer over de onzedelijke kunst die er te koop is. In zijn kritiek veroordeelt Hieronymus ook de Reproduktionsindustrie, waar Hanfstaengl beroemd door is geworden. Eigenlijk is dat niet de kern van waar het Hieronymus om gaat. Hij heeft vooral een grote afkeer van het frivole werk dat er verkocht wordt. Maar juist die term reproduktionsindustrie duidt erop dat ook de manier waarop de handel tot stand komt niet vrij van kritiek is.
Misschien is dit allemaal Franz Hanfstaengl ook wel eens verweten, maar daarover heb ik niets kunnen vinden. Toen Thomas Mann zijn novelle publiceerde, was Hanfstaengl al 25 jaar dood. Daarmee is hem in ieder geval ook de kwalijke geschiedenis van zijn kleinzoon Ernst bespaard gebleven.
Geef een reactie