Pas schreef ik over de Afrika- en Bouwmeesterbuurt in Nijmegen van de architecten Aat Evers en Geert Sarlemijn. Over hun gebruik van boogjes en frontons en het serliana-motief. Maar Nijmegen kent naast deze wederopbouwwijk in het westelijk deel van de stad, nog een project van Evers en Sarlemijn. En ook daar valt iets bijzonders op.
De Parkdwarsstraat is een straatje aan de rand van het Nijmeegse stadscentrum. Hier ontstond in 1958-59 het bejaardencomplex Huize Doddendaal. Het is een min of meer rechthoekig bouwblok met een plantsoen in het midden. Het intieme hofje wordt doorsneden door een straatje. Vergeleken met het project in Nijmegen-West oogt dit complex een stuk soberder. Maar er is een opvallend motief dat in beide projecten te zien is: de blokken onder de vensterbanken.
Die blokken zouden heel goed hun oorsprong kunnen vinden in de klassieke Griekse tempelbouw. Het vooraanzicht van een tempel van de Dorische orde bestond uit een aantal zuilen. Daarop rustte een brede balk, die architraaf werd genoemd. Daarboven op wisselden metopen en trygliefen elkaar af. Metopen zijn stenen met een herkenbare voorstelling, denk aan de Elgin Marbles in het British Museum. De trygliefen zijn stenen met drie verticale sleuven die de steen als het ware in vieren delen. Bovenop de band met metopen en trygliefen rust het driehoekige timpaan of fronton.
Guttae
Maar het zijn in deze context de trygliefen die interessant zijn. Aan de boven- en onderkant, maar soms ook boven de metopen, zijn een soort hangende blokjes te zien, guttae, oftewel druppels. Of ze een functie hadden, is niet bekend.

Guttae onder de vensters in de Bouwmeesterbuurt (boven) en bij Huize Doddendaal (onder)
Nou zie je bij oudere gebouwen wel eens vierkante elementen onder een daklijst vandaan komen. Vaak zijn dat de balken waarop het dak rust. Maar als mogelijke verklaring van de guttae gaat dit niet op. Daarvoor zijn de guttae te klein en zitten ze op de verkeerde plek.
Dat zou je ook kunnen stellen voor de guttae-achtige blokken die Evers en Sarlemijn onder de vensters plaatsen. Ze zijn te groot en ze zitten op de verkeerde plek. Maar uiteindes van balken zijn het zeker niet. Het heeft geen enkel nu om een raam in een muur te laten dragen door dwarsbalken in die muur. Bovendien passen Evers en Sarlemijn dit element lang niet in alle venster toe. Kortom het is een sierelement en het kan haast niet anders of ze vinden hun oorsprong in de klassieke guttae.
Woningvereniging Nijmegen
Hoewel het complex aan de Parkdwarsstraat een stuk soberder is dan de Afrika- en Bouwmeesterbuurt, hebben Evers en Sarlemijn voor de bezoeker toch nog een verrassing in petto. En net al bij de guttae, de druppels, is er sprake van een associatie met water. Wat is het geval? Van het hofje-achtige complex bestaan slechts drie van de zijden uit woningen. De vierde zijde, tevens de kortste is laag gehouden. Links en rechts zijn afgesloten delen, die met een soort melkglas zijn afgewerkt, zodat er geen inkijk is. In het midden is een open overdekte ruimte. In de ruimte staat een buste van W.F.W. van de Wagt.
Op de website van Collectie Gelderland valt te lezen dat Van de Wagt aannemer was, vervolgens wethouder Openbare Werken en daarna voorzitter van Woningvereniging Nijmegen. De relatie met Huize Doddendaal is volgens de site ‘tot op heden niet bekend’. Nou is wel degelijk bekend dat de Afrika- en Bouwmeesterbuurt gebouwd is in opdracht van Woningvereniging Nijmegen. En in het digitaal gebouwen dossier van de gemeente Nijmegen is vrij snel terug te vinden dat dezelfde woningvereniging in 1958 een vergunning kreeg voor de bouw van een verzorgingshuis en 38 woningen voor bejaarden. Al eerder had men goede ervaringen gehad met Evers en Sarlemijn, dus zo heel vreemd is het niet dat wederom deze Amsterdamse architecten gevraagd werden.
Cisterne
Maar terug naar de plek waar Van de Wagts buste staat. In al hun ontwerpen lijken Evers en Sarlemijn gestreefd te hebben naar iets van gemeenschappelijkheid, een plek waar je je buren ontmoette. Toen er nog geen waterleiding bestond, was dat de dorpspomp. Maar in zuidelijke landen als Frankrijk, Spanje en Italië, waarvan al is aangetoond dat de beide architecten daar inspiratie vandaan haalden, was er geen dorpspomp. Daar haalden bewoners water uit een bekken, een cisterne.
Een van de bekendste nog bestaande is de Basilica Cisterne in Istanbul, vlakbij de Aya Sophia. Groter dan een voetbalveld en negen meter hoog. Veel kleiner en minder bekend is de Fontebranda in Siena, niet erg open, in de schaduw, dus lekker koel water. Bij Huize Doddendaal speelde dat allemaal niet. Daar was allang een waterleiding en stromend water in elke woning. Dus het is maar de vraag of de bewoners ooit de betekenis hebben geweten van die laagbouw waarmee Evers en Sarlemijn dit complex hebben afgerond.

Beroemde cisternen: Basilica Cisterne in Istanbul (links) en Fontebranda in Siena (rechts)
Geef een reactie