Hoe portretteer je anno 2022 een 19e-eeuwse componist? Dat kan alleen maar naar voorbeeld zijn. Je wilt immers dat toeschouwers de portretten herkennen. Daar zijn bronnen voor nodig. Als je dan bij de portretten ook nog citaten plaatst, wordt het ijs waarop je je begeeft nog iets gladder.
Pas liep ik door de componistenbuurt in Nijmegen. Op de hoek van de Mozartstraat en de Daalseweg was een work in progress. Er was één portret te zien, maar ik herkende niet direct wie hier was afgebeeld. Een dag later waren drie portretten voltooid, waarvan ik Ludwig van Beethoven herkende. Toen kreeg ik corona en kon ik de dagelijkse vorderingen niet meer bekijken. Maar in een buurtje waar zes straten naar componisten zijn genoemd en met nog ruimte voor drie portretten, lag voor de hand, wat ik vermoedde: zes portretten van de zes componisten naar wie de straten genoemd zijn.
Inmiddels is de schildering voltooid en zien we portretten van Johann Sebastian Bach, Wolfgang Amadeus Mozart, Ludwig van Beethoven, Frédéric Chopin, Johannes Brahms en Edvard Grieg.
Maar waarop baseer je je als street artist als je componisten moet vastleggen. Die vraag zal Remco W. Visser zich ook gesteld hebben voor hij aan de klus begon. Drie van de zes (Bach, Mozart en Beethoven) waren al dood voor de fotografie werd uitgevonden. En Chopin overleed toen de fotografie nog in de kinderschoenen stond. De enige van wie met zekerheid te zeggen is welke foto gebruikt is, is een portret van Edvard Grieg door fotograaf Carl Andersen. Beethoven, Chopin en Brahms lijken te zijn gebaseerd op 21e-eeuwse gereconstrueerde portretten. Maar goed, vergeleken met geschilderde en getekende portretten uit hun tijd vertonen Vissers portretten voldoende gelijkenis met de componisten, dus dat is geen probleem.
Bij de portretten vermeldde Visser de namen van de componisten, dus wie niet mocht weten hoe Bach of Beethoven eruit heeft gezien, heeft hier extra houvast. Bij elk portret is ook een citaat van de betreffende componist te lezen. En waar ik al nieuwsgierig was welk beeld uitgangspunt voor Visser was, ben ik dat bij die uitspraken helemaal. Zo is “Wanneer de kunst het leven is, is leven een grote kunst”, toegeschreven aan Bach een kromme vertaling van “Wem die Kunst das Leben ist, dessen Leben ist eine große Kunst“. Bach zou het aan een vriend geschreven hebben, maar de exacte bron heb ik nog niet gezien.
Mozarts “Liefde! Liefde! Dat is de ziel van het genie” (“Ein Genie ohne Herz ist ein Nichts. Nicht das Verständnis, nicht die Intelligenz allein, auch nicht zusammen machen zum Genie. Liebe, Liebe, Liebe. Das ist die Seele des Genies“) wordt vrij algemeen aan Mozart toegeschreven, maar zonder exacte bron. Hier en daar vind je echter ook de vermelding dat botanicus en scheikundige Nikolaus Joseph von Jacquin het juist aan Mozart heeft geschreven.
“Wat ik ben, ben ik van mezelf” heeft Beethoven klaarblijkelijk geschreven aan een van zijn begunstigers, vorst Lichnowsky: “Fürst, was Sie sind, sind Sie durch Zufall der Geburt; was ich bin, bin ich von mir selbst.“.
Voor Chopins “Eenvoud is de grootste prestatie” blijken uitsluitend Engelstalige bronnen te zijn. “Simplicity is the final achievement. After one has played a vast quantity of notes and more notes, it is simplicity that emerges as the crowning reward of art.” zou in 2007 voor het eerst in een Engelstalig boek geciteerd zijn.
Ook Brahms’ “Zonder vakmanschap is inspiratie slechts een rietstengel, trillend in de wind.” doet het in het Engels “Without craftsmanship, inspiration is a mere reed shaken in the wind.” een stuk beter dan in zijn moedertaal Duits “Ohne Kunstfertigkeit ist Inspiration ein bloßes Schilf, durch das der Wind streift.” (164000 treffers tegenover 3 op Google). Wanneer en waar Brahms het gezegd of geschreven heeft is mij vooralsnog niet bekend.
En dan “Het alles is een mysterie.” van Edvard Grieg. Waar dat vandaan komt, dat is pas echt een mysterie.
Uiteraard wil ik niets afdoen aan het werk van Remco W. Visser. Ik denk dat hij integer gezocht en geciteerd heeft. Maar met de komst van het internet weten we dat inspirerende citaten een eigen leven zijn gaan leiden. Toch ben ik positief en zie ik mogelijkheden voor de andere componisten Gregorius (van het Gregoriaans), Palestrina en Verdi. En voor het spoorbuurtje met de Nederlandse componisten Diepenbrock, Dunkler, Obrecht, Richard Hol, Sweelinck, Valerius, Verhulst, Wagenaar en Willem Heydt.
Geef een reactie