Soms kom je in een boek iets tegen, een Ex Libris of een ingeplakt velletje papier, dat je nieuwsgierigheid wekt. En dat net genoeg houvast biedt om naar op zoek te gaan en er een verhaal van te maken.
“De dagen vergaan in wereldomvamende droefenis en de daden der strijdende menschheid zijn afgrijselijk, wijl zij levens vernietigen en kunstwerken schenden, zooals in de loop der voorbije eeuwen nauwelijks ooit geschied is.” Met deze zin begint Vincent Cleerdin de voorrede van zijn boek Dagen van reisgenot. Hij heeft het over Duitsche mokerslagen, barbaren, vandalen, ‘het ploertigste gemoord’ en ‘een koud-berekenende aanslag op menschenlevens’. Cleerdin schreef zijn voorrede in juni 1915, terwijl hij de opstellen, zoals hij de hoofdstukken noemt, schreef voor de Eerste Wereldoorlog uitbrak.
In het dagelijks leven werkte Cleerdin (* ’s-Hertogenbosch, 1888) op de griffie van de Provinciale Staten van Noord-Brabant, waar hij het in 1928 tot griffier schopte. Maar hij had Nederlands en kunstgeschiedenis gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht, met uitstapjes naar Keulen, Leuven en Parijs. Kortom, zijn hart lag overduidelijk bij de cultuur. Cleerdin publiceerde onder meer Brabantse Sagen, Gesprekken met Desiderius Erasmus. In de Katholieke Illustratie schreef hij over kunstenaar Herman Moerkerk, die hem diverse malen portretteerde en met wie hij samenwerkte voor de bundel Omtrekken en figuren. In Dagen van reisgenot doet Cleerdin uitgebreid verslag van zijn reizen door Midden-Europa. Behalve als kenner van kunst en cultuur leren we hem kennen als rechtgeaard katholiek.
1914 was niet alleen het jaar waarin de Eerste Wereldoorlog losbarstte, het was ook het jaar waarin in Amsterdam een school voor voortgezet onderwijs startte. Na jarenlang geld inzamelen konden de Franciscanessen van Heythuysen les gaan geven op de R.K. Hoogere Burgerschool voor Meisjes. De congregatie was opgericht in 1835, telde in het midden van de 20e eeuw zo’n 4300 zusters, verdeeld over 172 kloosters. Hun belangrijkste bezigheden waren onderwijs en ziekenverzorging. Met de oprichting van de school ging een wens van de katholieke elite in de hoofdstad in vervulling. Het was de eerste R.K. HBS voor meisjes die direct ook leerlingen uit alle hoeken van het land trok. Aanvankelijk vonden de lessen plaats in een woonhuis in de Vondelstraat, in 1925 betrokken de zusters en de leken-docenten, als Fons Vitae Lyceum, een nieuw schoolgebouw aan de Reijnier Vinkeleskade.
Een van de leerlingen van het eerste uur was Johanna Gerarda Cornelia Maria Weijerman. Pet, zoals ze genoemd werd, was geboren op 25 maart 1901. Haar vader, Marinus Weijerman, had zich, zo blijkt uit een advertentie in de Opregte Haarlemsche Courant van 18 april 1893, losgemaakt uit het bedrijf van zijn vader en zijn grootvader, Jacobus Weijerman & zoon, om als zelfstandig makelaar in oliën, fijne zaden en cacao verder te gaan. Zeker is dat de familie Weijerman niet onbemiddeld was. Zo was de buitenplaats Knapenburg in bezit van Jacobus Weijerman jr.. Op 3 juni 1897 trouwde hij met Johanna Gerarda Cornelia Crol. Zij kregen vier kinderen waarvan Pet de derde was. Niet duidelijk is waar het gezin woont. En dat is van belang om te weten of Pet bij de zusters Franciscanessen aan de Vondelstraat intern was of niet. Sowieso komt er elk jaar een klas bij, dus de school moest geregeld uitbreiden naar andere woonhuizen.
Dat Johanna Wijerman er op school gezeten heeft, blijkt uit een vel dat voorin Dagen van reisgenot is geplakt. Prijs voor Aardrijkskunde en Geschiedenis behaald door J. Weijerman staat er, ondertekend door De Overste Moeder Clarentia op 18 juli 1917. Moeder Clarentia, geboren als Geertruida Petronella de Bruyn, is de overste van het klooster in Amsterdam. Ergens half juli 1917 moet zij het boek van Cleerdin gekocht hebben bij Boek- en kunsthandel C.L. van Langenhuysen op het Spui. Een klein stickertje voor in het boek getuigt daarvan. Waarom moeder Clarentia dit boek kocht, of zij de schrijver wellicht kende en of Pet er blij mee was? We zullen het nooit weten. Wel valt op dat het boek weinig gebruikssporen heeft.
De R.K. HBS voor Meisjes was bedoeld om katholieke meisjes een betere opleiding te geven. De 3-jarige opleiding werd al snel uitgebreid met de 5-jarige, zodat ook de weg naar een universitaire studie voor deze meisjes open lag. Pet heeft daar geen gebruik van gemaakt. Zij trouwde op 28 februari 1924 met de vier jaar oudere Everardus Hendrikus Ferdinand Hendriksen. ‘Zonder beroep’ staat er in de stukken van de burgerlijke stand achter haar naam. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren. Pet Weijerman overleed op 10 april 1933, 32 jaar oud.