Achter de Molens heet een straatje in Maastricht. Maar waar je ook kijkt, er is geen molen te zien. Alleen een gevelsteen herinnert aan de tijd voor 1900, toen de laatste molen hier gesloopt werd.
MaChIna braXanDIs eXUrgo strUCta farInIs staat er te lezen op de gevelsteen, wat te vertalen valt als Ik verrijs, werktuig opgericht om meel te brouwen.
Of die vertaling helemaal adequaat is valt te bezien. Je brouwt niet met meel, maar met mout, wat veel grover is dan meel. Nu weet ik niet of de Romeinen een apart woord voor mout kenden, maar misschien is er gekozen voor farInIs vanwege die twee I’s. Die waren nodig om te komen tot het jaartal 1734. Nu blijkt er al aan het eind van de 11e eeuw een molen te zijn gebouwd, die in 1734 grondig werd gerenoveerd. Dus welbeschouwd is structa in deze context niet juist. Maar als de bedenker van het chronogram renovata had gebruikt, omdat daar feitelijk sprake van was, was hij een C tekort gekomen. Kortom, dit chronogram laat zien dat het soms schipperen is tussen de feiten, in dit geval van het bouwjaar en het brouwproces, en de Latijnse woordenschat en grammatica om te komen tot het exacte jaartal dat uiteindelijk altijd leidend moet zijn.
Geef een reactie