Si non è vero, è ben trovato, zeggen de Italianen. Ook als het niet waar is, is het wel mooi bedacht. Dat gaat zeker op voor het levensverhaal van de Engelse schilder Joseph Mallord William Turner (1775 – 1851), zoals dat verteld wordt in de film Mr. Turner van cineast Mike Leigh.
Venetië is een eiland. Eeuwenlang was de stad alleen per boot bereikbaar. Dat veranderde toen Mussolini in 1933 de Ponte Littorio opende. De brug, tegenwoordig bekend als de Ponte della Libertà, verbindt Venetië met het vasteland. Met Mestre, waar veel Venetianen wonen, omdat de huizenprijzen er aanmerkelijk lager zijn. Westelijk van Mestre ligt Marghera, dat vooral berucht is vanwege de petrochemische industrie. Vanaf het water in de historische lagunestad zie je in het westen magistrale zonsondergangen met aan de horizon de olieraffinaderijen.
Ik moest daar aan denken bij het zien van Mr. Turner. Ergens in de film zit Turner met een paar collega-schilders in een roeiboot. Het oranje-rode avondlicht is overweldigend en het gezelschap bewondert het oorlogsschip de Temeraire. Aan de horizon zijn de contouren te zien van fabrieken met rokende schoorstenen. Bij de aftiteling bleek dat Leigh niet buiten Engeland en Wales heeft gefilmd. Dus het was niet Marghera daar aan de horizon.
Over het leven van Turner is niet veel bekend. Dat gaf Leigh de mogelijkheid om veel in te vullen. En dat heeft hij gedaan. Dat Turner een hechte band had met zijn vader en met zijn huishoudster is bekend. En dat hij zich ooit aan de mast van een schip heeft laten binden om een storm te ervaren is ook een feit. Maar bijvoorbeeld de omgang met zijn collega-schilders van de Royal Academy, zijn verhouding tot de jonge kunstcriticus John Ruskin (die als buitengewoon irritant wordt afgeserveerd), het is maar de vraag in hoeverre dat klopt. Net als bijvoorbeeld het fotoportret dat Turner van zichzelf laat maken. Maar uiteindelijk doet dat er ook niet toe. Het beeld dat Leigh schetst overtuigt en daar gaat het om.
Wie nog vrijer met de waarheid is omgegaan is Hanns-Josef Ortheil. Van hem verscheen in 1999 de roman Im Licht der Lagune. Hoofdpersoon is een Venetiaanse edelman die verknocht is aan de eendenjacht. Op een dag vindt hij ergens langs de lagune verscholen tussen de struiken en het riet een boot met daarin een bewusteloze jonge man. Hij neemt hem mee naar huis. En hoewel de jonge man een ernstige kwaal aan zijn ogen heeft (van het turen in het bijzondere licht), komt hij er langzaam bovenop en blijkt hij een bijzonder tekentalent te hebben. Eind van het liedje: de jonge man in de boot was niemand minder dan Joseph Mallord William Turner, die in de lagune van Venetië voor het eerst het licht heeft gezien.
Waar Leigh en Ortheil mogelijk een loopje hebben genomen met de feiten, zonder dat dat op een of andere manier storend is, heeft Turner dat zelf ook minimaal één keer gedaan. In 1820 werd voor het eerst zijn schilderij Rome, from the Vatican. Raffaelle, Accompanied by La Fornarina, Preparing his Pictures for the Decoration of the Loggia, tentoongesteld. We zien een doorkijkje naar het St. Pietersplein en verder over Rome. Op de voorgrond zijn wat schilderijen te zien en wat mensen waarvan de schilder Rafael en zijn geliefde La Fornarina (de bakkersdochter), getuige de titel, er twee moeten zijn. Wat opvalt dat het St. Pietersplein wordt afgebakend door de beroemde colonnade die er nog altijd te zien is.
Deze colonnade is een ontwerp van architect en beeldhouwer Gianlorenzo Bernini, die zijn werk in 1667 voltooide. Rafael, de schilder die de loggia’s van het Vaticaan van fresco’s voorzag, was daar tussen 1508 en zijn dood in 1520 mee bezig. Onmogelijk kan dus het beeld dat Turner in zijn schilderij schetst overeenkomen met de feiten.
Is dat erg? Nee, helemaal niet, het zorgt voor een glimlach. En is het erg dat acteur Timothy Spall die Turner speelt op bijna expressionistische wijze werkt aan schilderijen terwijl het impressionisme nog niet eens bestond? Nee, natuurlijk niet. Waar hij in ieder geval wel voor zorgt is dat de schilder die zijn tijd ver vooruit is geweest, wat meer mens wordt. En dat is wat Mike Leigh bij het maken van zijn film voor ogen moet hebben gestaan.