Gedurende mijn jeugd woonde ik in Hengelo. Het stadhuis met zijn toren was een soort vanzelfsprekendheid. Pas toen ik ging studeren en in Toscane kwam, zag ik dat hij bijzonder was. Dit jaar kwam ik de toren ook tegen in de Verenigde Staten.
Wie ooit in Siena is geweest, heeft hem onherroepelijk op het netvlies staan: de Torre del Mangia, de ranke, slanke toren van het Palazzo Pubblico. Wie nooit in Siena is geweest, maar wel elders in Toscane (denk aan de toren van het Palazzo Vecchio in Florence), heeft zeker torens gezien die qua vorm verwantschap vertonen. Het zijn de torens die horen bij publieke paleizen, waar het stadsbestuur zetelt en waar de macht over de stad en de omliggende gebieden gebundeld was. Bij helder weer kon je vanuit Montalcino en Montepulciano, ruim veertig kilometer zuidelijk van Siena, de Torre del Mangia zien en wist je wie er in jouw stadje eigenlijk de baas was.
In 1620 staken de Pilgrim Fathers, een groep Engelse gelovigen die om vervolging te voorkomen eerst naar Leiden waren gevlucht, maar die vervolgens bang waren dat veel grotere vrijheid daar een bedreiging was voor hun identiteit, op hun schip Mayflower de Atlantische oceaan over. Ze zetten voet aan wal in Provincetown, het noordelijkste puntje van Cape Cod, het schiereiland aan de Amerikaanse oostkust, vlakbij Boston. Hier bleven ze een paar weken, waarna ze verder voeren naar Plymouth, Massachusetts, de stad met dezelfde naam als die waar zij in Engeland vertrokken waren. Tussen 1907 en 1910 werd er in Provincetown een monument opgericht ter herinnering aan de Pilgrim Fathers. Het monument kreeg de vorm van een ranke, slanke toren, volgens architect William T. Sears gebaseerd op de Torre del Mangia in Siena. ‘Volkomen misplaatst’, oordeelden criticasters van Sears. En inderdaad, er was geen enkel verband tussen het historische feit en de vorm van het monument.
Ook in Baltimore valt een ‘Toscaanse’ toren te bewonderen. In 1911 werd hier naar een ontwerp van Joseph Evans Sperry een toren gebouwd voor Isaac E. Emerson, uitvinder van Bromo-Seltzer, een middel tegen onder meer brandend maagzuur. Sperry had zich laten inspireren door de toren van het Palazzo Vecchio in Florence. Van rank en slank is hier geen sprake. De verhoudingen van de toren zijn bepaald anders dan in Provincetown. Bovendien ontsieren talloze ramen en een grote ronde klok aan alle vier de zijden de toren.
Kort na de oorlog lag het centrum van Hengelo in puin. ‘door oorlogshandelingen verwoest’, heet het in een boekje van de gemeente Hengelo. Net als Nijmegen, Arnhem, Zutphen en Enschede werd Hengelo bij vergissing door de geallieerden gebombardeerd. Met de wederopbouw kwam ook de wens voor een nieuw, modern stadhuis. Die wens getuigde alleen al van zelfbewustzijn door nadrukkelijk te spreken van een stadhuis, waar er hier en daar nog altijd fijntjes op gewezen wordt dat Hengelo nooit stadsrechten heeft gehad. De opdracht voor een nieuw stadhuis werd al in 1946 gegeven aan architect Johannes Berghoef. Maar het zou nog tot 1963 duren voordat het in gebruik genomen werd. Het stadhuis moest onderdak bieden aan alle gemeentelijke diensten, maar moest ook vrij toegankelijk zijn voor alle burgers. Daarnaast is er een grote centrale hal, waar bijvoorbeeld concerten werden gehouden. Zo is het stadhuis van Hengelo ooit bedoeld als een echt publiek paleis. Opvallende blikvanger werd de min of meer losstaande toren, die als karakteristieke blikvanger het beeld van de stad bepaalde. Berghoef baseerde zich bij het ontwerp ervan op klassieke voorbeelden: de Torre del Mangia en de toren van het Palazzo Vecchio.
Meer Toscaanse torens zijn te zien op mijn Pinterest-bord Toscaanse torens. Heb je zelf ergens een toren naar Toscaans voorbeeld gezien? Laat het me weten.