In 1991 was ik in Rome. De studievereniging van Kunstgeschiedenis had voor de jaarlijkse reis gekozen voor de Eeuwige Stad. Het idee was om een te gaan, maar de heenweg duurde door pech al drie dagen. Om onze tijd in Rome efficiënt te besteden, plande ik met enkele anderen een dag met het bezoeken van tien kerken. Van vroeg-christelijke basilieken tot en met barok. Na Bernini’s Sant’ Andrea in Quirinale was de culture shock in de Santa Maria degli Angeli e dei Martiri te groot. We gooiden de handdoek in de ring en sloegen de laatste kerk over.
Afgelopen zomer kampeerde ik met mijn echtgenote, in Rome als journalist aanwezig, bij onze kerkentocht, in Oost-Groningen. We lazen over Groninger kerken en werden nieuwsgierig. We planden een dagtocht langs zeven kerken, maar de enorme verscheidenheid smaakte naar meer. Aan het eind van de dag stond de teller op elf, waarbij we er ook nog een hadden moeten missen, omdat die kerk op zondag gesloten was.
Holwierde, Bierum, Spijk, ’t Zandt, Zeerijp, Westeremden, Stedum (gesloten), Loppersum, Eenum, Oosterwijtwerd, Krewerd. Het exterieur, de koorbanken, de begraafplaats, het orgel, de muurschilderingen, elke kerk had zijn eigen verrassende details. Het meest bijzonder vond ik de kerk van Godlinze en misschien kwam dat wel omdat er in de 16-eeuwse Pancratiuskerk een moderne twist te vinden was. In de witgepleisterde kerk waren de naden met zwart geaccentueerd. Waarom? Geen idee. Ik heb er geen verklaring voor kunnen vinden. Maar ik had er wel direct een associatie bij. In het beeldenpark van het Kröller-Müller Museum is misschien wel het meest prominente werk de Jardin d’émail van Jean Dubuffet. De omheinde witte ‘tuin’ van twintig bij acht meter is een belevenis om doorheen te lopen, vooral bij fel zonlicht. Het is verblindend. Maar Dubuffet heeft alle naden met zwarte verf gemarkeerd. Dubuffet noemde het hourloupe-stijl. Vloeiende lijnen, ingegeven door doodles, accentueren vlakken en suggereren beweging. Van vloeinde lijnen is in Godlinze geen sprake. Maar wie Jardin d’émail kent, kan de Pancratiuskerk niet bezoeken zonder even aan Dubuffet te denken.