Op 27 april 2014 werd paus Johannes Paulus II heilig verklaard. Dat gebeurde binnen tien jaar na zijn overlijden. En juist die voortvarendheid kwam de katholieke kerk op kritiek te staan. De hele ceremonie werd geleid door Jorge Mario Bergoglio, die ruim een jaar eerder paus was geworden. Zijn gekozen naam: Franciscus.
Voor sommige kardinalen was het misschien een klap in hun gezicht. Amper hadden zij één van hen tot paus gekozen of hij koos een naam die brak met de traditie en die verwees naar Franciscus van Assisi, de stichter van de orde der Franciscanen, ook wel minderbroeders genaamd. Het was de eerste van een hele reeks bijzondere daden en uitspraken van de huidige paus.
Zijn illustere voorbeeld, Franciscus van Assisi, die leefde van 1181 (of 1182) tot 1226, de man die volgens de legende met de vogeltjes sprak, wordt altijd in verband gebracht met Werelddierendag. Nu is dat op zich niet helemaal onjuist, maar op 4 oktober staan dieren pas 85 jaar centraal. Een brief van de Tsjechische Ilse Winter aan de voorzitster van de Amerikaanse dierenbescherming Margaret Ford leidde ertoe dat sinds 1929 4 oktober dierendag is. Abusievelijk wordt vaak gesteld dat dit de sterfdag van Franciscus is. Dat was echter 3 oktober. Het is ook niet Franciscus’ geboortedag (dat was 26 september), maar de dag waarop hij begraven werd en die door de katholieke kerk werd aangewezen als naamdag voor Franciscus.
Eén van de bijzondere verhalen uit het leven van Franciscus is dat hij in 1224 stigmata heeft ontvangen, wonden die overeenkomen met de wonden van de gekruisigde Jezus. Dus spijkergaten in beide handen en voeten en een wond in zijn zij als gevolg van een lansstoot van een Romeinse soldaat. Franciscus ontving deze stigmata op de berg La Verna, een berg in de Apennijnen, zo’n 80 kilometer oostelijk van Florence, 60 kilometer noordelijk van Arezzo en ruim 120 kilometer noordwestelijk van Assisi, waar Franciscus geboren werd, een groot deel van zijn leven woonde en ook stierf. Maar het is juist deze berg die bijzondere betekenis heeft gekregen in de geschiedenis van de Franciscanerorde.
In 1887 stichtten Franciscaner monniken halverwege de weg van Nijmegen naar Grave en even buiten Wijchen een klooster, dat zij de naam Alverna gaven. Op de Verna. Rond het klooster ontstond een buurtschap van een aantal huizen, een eigen parochie en zelfs een voetbalclub. Nadat die club kort na de oorlog na een fusie verdween, werd ze in 1950 opnieuw opgericht en inmiddels behoort ze tot de subtop van het amateurvoetbal, waarmee de belangrijkste bron van naamsbekendheid van Alverna meteen genoemd is.
Het oorspronkelijke in neogotische stijl gebouwde klooster bestaat al lang niet meer. Er is alleen nog een vieringtoren die zich nu bevindt in de tuin van het bejaardenoord dat op dezelfde plek gebouwd is. Verder is er weinig wat nog herinnert aan Franciscus en het Franciscaanse verleden van het lintdorp. Twee gebouwen van het bejaardenoord dragen respectievelijk de namen Rivo Torto en Portiuncula. Rivotorto is een gehucht net buiten Assisis waar Franciscus met zijn volgelingen kwam om te bidden en waar later een heiligdom is gebouwd. Portiuncula is de kapel in Assisi waar Franciscus in 1226 stierf en die nu deel uitmaakt van de kerk van Santa Maria degli Angeli.
Uniek zijn de namen allang niet meer. Zo is er een Pizzeria La Verna in Meijel en een camping Rivo Torto in Babberich. En wereldwijd zijn er tal van La Verna’s of Alverna’s, Rivo Torto’s of Rivotorto’s. Dat de namen een kerkelijke of religieuze oorsprong hebben, zal de meeste bezoekers niet bekend zijn en misschien zal het ze ook niet interesseren. Maar doorgaans staat een naam niet los van de geschiedenis van een plek en is het juist die naam die voortleeft terwijl er verder weinig meer zichtbaar is.