Bijna twee jaar geleden schreef ik Noviomagus, heiligen en subtiele gebaren over Nijmegen en Chichester, hun heiligen en over hoe beelden af en toe subtiele gebaren maken. Pas hoorde ik van Jacqueline Fackeldey, die net als ik veel om zich heen kijkt en altijd zoekt naar mooie verhalen, over een gebaar van een ander beeld in Nijmegen, Petrus Canisius in het Hunnerpark. Een beeld nota bene dat figureerde in mijn verhaal over die subtiele gebaren.
Op de campus van de Radboud Universiteit staat op een grasveld, tussen de aula en het bestuursgebouw, een groot beeld. Zittend op een romaanse zetel, met zijn linkerhand rustend op een opengeslagen boek en zijn rechterhand in de lucht, met zijn duim en wijsvinger een cirkel vormend en de andere vingers gestrekt, zit hier in brons Thomas van Aquino, zoals in 1926 ontworpen door beeldhopuwer August Falise. Jarenlang stond het beeld op de hoek van de Bijleveldsingel en de Wilhelminasingel, voor de toenmalige aula. Vanaf zijn hoge sokkel kijkt Thomas enigszins belerend neer op wat er zich voor zijn voeten afspeelt.
Het was het gebaar dat Thomas maakt met zijn rechterhand dat mij niet losliet. Is het wellicht een liturgisch gebaar? Een zoektocht op internet leverde niets op. Ik wendde mij met mijn vraag tot Peter Nissen, hoogleraar Spiritualiteitsstudies aan de Radboud Universiteit en eerder hoogleraar Kerkgeschiedenis. Hij wees mij erop dat het een algemeen retorisch gebaar was, dat wel eens symbolisch gebruikt werd voor de christelijke geloofsbelijdenis. Daarmee had ik wel een verklaring, maar het leverde geen nieuwe voorbeelden op dan ik al had: Thomas van Aquino en het beeld van Petrus Canisius, ook in Nijmegen, uit 1927 en van de hand van Toon Dupuis. Anders dan Thomas die zit, staat Petrus Canisius voor een romaanse zetel. Met zijn rechterhand leunt hij op de stoel. Met zijn linkerhand maakt hij een gebaar. Precies als Thomas, met duim en wijsvinger een cirkel vormend en de andere vingers gestrekt.
De website Kunst op straat in Nijmegen geeft informatie over een groot deel van de beelden in de openbare ruimte in Nijmegen. Informatie die niet altijd even zorgvuldig geformuleerd is. Zo staat er over Petrus Canisius: ‘Hij heeft een kort baardje en een gefixeerde gezichtsuitdrukking. Dit zijn typische kenmerken voor de beeldhouwkunst van de jaren twintig van de 20e eeuw.’
Google op ‘gefixeerde gezichtsuitdrukking’ en deze omschrijving van Petrus Canisius is de enige treffer. Zoek op afbeeldingen van Petrus Canisius en je vindt afbeeldingen uit het begin van de zeventiende eeuw waarop de heilige precies zo’n baardje heeft als het beeld.
Maar wat kwalijker is, is de opmerking dat Canisius met zijn linkerhand een zegenend gebaar maakt. Dat is echt onjuist. Zegenende gebaren zijn altijd met een of twee handen geopend naar de gelovigen toe. Een variant is er met de duim, wijs- en middelvinger van de rechterhand gestrekt en ringvinger en pink gebogen in de palm van de hand. Maar daarvan is bij Petrus Canisius geen sprake. Hij heeft de palm van zijn linkerhand juist naar zijn borst gekeerd.
Hoe zit het dan wel? Hier komt de verklaring die ik van Jacqueline Fackeldey hoorde, die hem weer had van mensen van Gilde Nijmegen, de organisatie van vrijwilligers die stadswandelingen organiseert. Petrus Canisius werd geboren als Peter Kanis (of Canis), zoon van burgemeester Jacob Kanis. Als jezuïet latiniseerde hij, zoals zoveel van zijn tijdgenoten, zijn naam. Maar zijn achternaam was op zich al een Latijns woord. Canis betekent hond. En houdt nu je hand eens zoals Canisius hem houdt, in een lichtbundel. Dan pas besef je dat beeldhouwer Toon Dupuis hier met een gebaar dat als zodanig eigenlijk niet te begrijpen is, een heel subtiele grap heeft uitgehaald.