Midden in het centrum van Hengelo, op de Markt, staan sinds bijna twee jaar vijf gigantische bronzen beren. Over de beeldengroep is al veel te doen geweest, vooral natuurlijk – typisch Nederlands – over de kosten. Ook is er een kwestie of de vergunning wel deugt. De gemeente Hengelo dacht zich daar vanaf te kunnen maken door te stellen dat de beesten straatmeubilair zijn. Dan kun je je vervolgens afvragen of de gemeente Hengelo de beelden dus niet als kunst beschouwt, maar daar zal ik hier niet op ingaan. De meest interessante vraag is volgens mij: waarom staan er vijf beren in Hengelo?
De badgasten heet de groep beren van kunstenares Marjolijn Mandersloot. Hoe ze met zo’n naam in Hengelo verzeild zijn geraakt kun je je afvragen. Hengelo heeft in Twente nou niet de reputatie om een gezellige badplaats te zijn. Bovendien is het geplande bad, een rechthoekige vijver midden op het marktplein, nooit gerealiseerd. Om toch iets van water te suggereren liggen er aan de voeten van de beren wat blauwe vormen die met een beetje fantasie als waterdruppels kunnen worden gezien.
Ontegenzeggelijk zijn de beren een bezienswaardigheid. En in dat opzicht zijn ze niet uniek: in tal van steden kon je vroeger levende beren in berenkuilen als bezienswaardigheid vinden. Berlijn en Bern zijn beroemde voorbeelden. De beer staat er in het stadswapen en ook in de naam van de stad zit een verwijzing. In Nederland heeft Maastricht levende beren in een kuil gehouden.
Opmerkelijk is dat er ook elders berenkuilen kwamen, maar dan zonder beren. In Utrecht, Arnhem en Eindhoven werden rotondes aangelegd waar het autoverkeer en het fietsverkeer op verschillende niveaus reden. De tunnelgaten voor de fietsers hadden wel wat weg van een donker hol dat voor de beren dienst deed als nachtverblijf.
Of Mandersloot bewust verwijst naar het verleden waarin beren een bezienswaardigheid in de stad waren, valt te betwijfelen. Wie haar website bezoekt en haar projecten bekijkt, moet concluderen dat zij voortdurend meer dan levensgrote beesten, al dan niet in groepen, weet te realiseren in de openbare ruimte. Apen op een school in Arnhem, honden in een woonwijk in Schiedam en op een brug in Amsterdam en leeuwen op het Wittevrouwenplein in Maastricht. Als je de groepen nauwkeurig bekijkt, valt op dat de dieren op een of andere manier menselijk gedrag vertonen. Bij de leeuwen zit er misschien nog wel wat van dreiging in. De beren ogen met hun sullige blik volstrekt ongevaarlijk. Behalve dan dat de beesten zodra er markt is hoog boven de kraampjes uit torenen. Onherroepelijk voel je je terwijl je boodschappen doet, door de beren bekeken. Ze lijken zich aan de mensen te vergapen, precies zoals die mensen zich vroeger aan de beren in hun kuilen stonden te vergapen.