Jarenlang hing De spiegel van Joost Swarte boven de schoorsteenmantel. Het is een geijkte plek voor een spiegel en daar speelden we mee. In de tekening van Swarte zien we een man zittend op een bank. Hij heeft een woeste blik in zijn ogen, zit verwoed te roken en trekt vertwijfeld aan zijn stropdas. Waar hij naar kijkt kunnen we niet zien. Maar tegelijkertijd zien we het wel. Achter de man bevindt zich een wandhoge spiegel, waar we een stel zien dansen. De vrouw heeft de man stevig om zijn nek geklemd en een andere conclusie dan dat ze elkaar zoenen is niet mogelijk. Verder naar rechts betreedt een kelner de ruimte met een fles champagne, terwijl er, zo zien we op de tafel voor de man op de bank, alleen maar bier gedronken is. De kelner ziet het dansende en zoenende stel en schat de situatie juist in: trouble!
Waar Swarte slechts een klein deel van de ruimte tekent, kunnen we het hele verhaal begrijpen via de spiegel. Daarbij is het perspectief van de tekenaar zo dat hij zelf niet wordt weerspiegeld.