Zelfportretten zijn niet meer weg te denken uit de kunstgeschiedenis. Rembrandt schilderde zichzelf zo’n vijftig keer. Daarnaast vereeuwigde hij zichzelf in 32 etsen en 7 tekeningen. Philip Akkerman, geboren in 1957, gaat nog veel verder. Hij schildert uitsluitend zichzelf, inmiddels duizenden malen. Toch is het genre waarschijnlijk niet zo oud als je misschien denkt. Jan van Eyck zou de eerste schilder kunnen zijn die zichzelf schilderde, als Man met rode tulband uit 1433 of weerkaatst in een spiegel in zijn beroemde Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw uit 1434. Er zijn archeologen die aannemen dat de klassieke beeldhouwer Phidias zichzelf heeft afgebeeld op een schild dat Athena Parthenos vast houdt, maar bewijzen daarvoor ontbreken.
In de renaissance kregen kunstenaars meer aanzien en werd het steeds meer gangbaar om als kunstenaar jezelf weer te geven. In de 14e eeuw zou beeldhouwer Andrea Orcagna een zelfportret gemaakt hebben. Naast Van Eyck wordt ook Jean Fouquet genoemd die rond 1450 een zelfportret geschilderd zou hebben. Zeker is dat Albrecht Dürer een aantal zelfportretten maakte en de eerste daarvan dateert van 1493.