“Ik ging naar Giverny om Caillebotte te zien”, zou, vrij naar Martinus Nijhoff, het motto van dit stukje kunnen zijn.
Sommige plaatsen ontlenen hun bekendheid aan één persoon. Niemand zou ooit van Giverny gehoord hebben als schilder Claude Monet er niet in 1883 was gaan wonen en werken. Na zijn overlijden in 1926 liet Monet het huis en de tuin na aan zijn zoon Michel, die het in 1966 schonk aan de Académie des Beaux Arts, die het in 1980 openstelde voor publiek. Sindsdien komen er dagelijks drommen toeristen, bloeit de horeca en liften kunstenaars mee op de aantrekkingskracht van de grote impressionist.