Tussen de Spechtstraat en de Koekoekstraat in Enschede ligt een pleintje. Een van de korte zijden oogt wat rommelig. Er zijn twee blinde muren in zes horizontale stroken in twee verschillende kleuren die naar boven toe steeds smaller worden. Tussen de muren is een hek. Links van de linker muur is weer een hek dat twee keer zo breed is als het andere. Links van dat hek is weer een blinde muur, uitgevoerd in weer een andere kleur baksteen, een stuk breder dan de andere muurdelen en minstens twee keer zo hoog. Nondescript dekt wel de lading. Totdat je nadenkt over het reliëf in de muur, een grote halfronde boog, met daaronder drie kleinere halfronde bogen.
Niet eerder heb ik zo simpel en doeltreffend de functie van een gebouw zien weergeven. Het is een kerk, een baptistenkerk om precies te zijn. De bogen kennen we uit de Romaanse bouwstijl. Ze zijn voor deze denominatie neutraal genoeg. Spitse bogen zijn het kenmerk van de gotiek, waarbij je direct denkt aan grote kathedralen en dus aan rooms-katholieken.
Maker van de kerk is – vermoedelijk, heel veel bronnen zijn er niet – Jan Heres, over wie verder ook niet heel veel te vinden valt. Ik kom hem een paar keer tegen in artikelen in dagblad Tubantia tussen 1968 en 1972, vanwege enkele bouwprojecten en als lid van een gemeentelijke commissie. Volgens de website Reliwiki, de database van religieus erfgoed, is de kerk in 1964 in gebruik genomen. Het is vanwege zijn bogen, het staaltje van religieus metselwerk, dat ik Heres een plekje gun in mijn Muurmuseum.
Muurmuseum: Jan Cremer
Don’t judge a book by the cover, luidt een Engels gezegde. In Enschede staat een gebouw waarvan je zou kunnen zeggen Don’t judge a building by the cover of a book. Beetje cryptisch misschien, maar het komt erop neer dat er een gebouw staat waarvan de muren zijn vormgegeven met een boekcover.
Op zich viel daar wel iets voor te zeggen. In 1907 werd het gebouw opgetrokken langs de spoorlijn van Enschede naar Lonneker, als onderdeel van textielspinnerij de Bamshoeve. Die sloot in 1973 haar deuren en het gebouw, dat vanwege de opslag Balengebouw werd genoemd, raakte in verval.
In 2000 verwoestte de vuurwerkramp een groot deel van de wijk Roombeek. Na de wederopbouw ontstond het idee om in het Balengebouw een museum te vestigen gewijd aan de in Enschede geboren schrijver-kunstenaar Jan Cremer. Het is dan ook zijn portret dat enkele tientallen keren zichtbaar is op de muren van het voormalige Balengebouw, zittend op zijn motor, uitdagend in de camera kijkend. Precies zoals hij in 1964 op zijn boek Ik, Jan Cremer staat afgebeeld. Het omslagontwerp was van Cremer zelf, met de beroemde foto gemaakt door de Amsterdamse fotograaf Wim van der Linden. Misschien is Cremer ook wel betrokken geweest bij de vormgeving van zijn museum.
Alleen … dat museum is er nooit gekomen. Na de voltooiing van de renovatie van het gebouw door de architectenbureaus SeARCH en OMA, bleek al vlot dat een Jan Cremermuseum problemen zou krijgen met de exploitatie, waarna het plan werd afgeblazen. Het Balengebouw kwam ik 2017 in handen van Twentsche Courant Tubantia, die er de stadsredactie onderbracht en onderdak bood aan de lokale omroep. Wie nu het Balengebouw beoordeelt naar de cover, komt dus bedrogen uit.
Poëzie (524): De Vlaming
Gedicht van Jan de Vlaming
Gevonden door Geert Geenen in het plantsoen met het monument voor de vuurwerkramp in de wijk Roombeek in Enschede
Poëzie (495): Wilmink
Textielstad, gedicht van Willem Wilmink
Gevonden op de gevel van Boekhandel Broekhuis aan de Marktstraat in Enschede
Poëzie (487): Boswinkel
Gedicht van Bob Boswinkel
Gevonden in de Noorderhagen in Enschede
