Een paar weken geleden moest ik in Rome even wat boodschappen doen. Vanuit ons appartement op de Viale Vaticano liep ik naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Hier geen toeristen, alleen maar Romeinen. Op een wand zag ik een tekening van een jong stel, gearmd en op de rug gezien. Ze keken naar een boom. Je mag me geconditioneerd vinden, maar als ik zie of hoor man, vrouw, boom, dan denk ik Adam en Eva. Misschien kwam het door de bijna gewijde grond, zo dicht bij Vaticaanstad. Maar misschien was het ook wel de bedoeling van de anonieme maker. Ten slotte komen kunstenaars op zoek naar een onderwerp al een kleine twintig eeuwen lang als eerste bij de Bijbel uit.
Toch viel er bij deze tekening nog wel wat op af te dingen. Waren het wel Adam en Eva? De man en de vrouw waren immers eigentijds gekleed, terwijl ze in het paradijs nog naakt waren. De schaamte en het zichzelf bedekken kwamen pas na het plukken van de appel. Van appels was überhaupt geen sprake. Wel waren in de boom vagelijk vijf vormen herkenbaar, die deden denken aan met water gevulde ballonnen aan een touwtje. Of, een beetje luguber, aan vijf stroppen zoals je die in films altijd klaar ziet hangen voor terdoodveroordeelden.
En juist dat gebrek aan eenduidigheid – noem het gelaagdheid – sprak me aan in deze tekening. Het deed me beseffen dat hier een stel stil stond bij een boom, kennis nemend van goed en kwaad. Dus toch Adam en Eva.